Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [15]Onderhoudt gij hetgeen Ik u heden gebiede! zie, Ik zal voor uw aangezicht uitdrijven de Amorieten, en de Kanaanieten, en de Hethieten, en de Ferezieten, en de Hevieten, en de [16]Jebusieten. 15. Hier volgen nu de conditien des verbonds, die God de Heere van het volk eist. 16. Versta hierbij ook de Girgasieten.